Mijn loopbaan als een bergwandeling…
Afgelopen week hebben we in Oostenrijk doorgebracht. Nadat onze dochter haar examens had afgerond zijn we in de auto gestapt en naar de bergen gereden om te gaan wandelen. Onze favoriete vakantiebesteding. Buiten zijn en bewegen. Genieten van de natuur en van elkaar. Doordat de activiteiten zo anders zijn dan onze dagelijkse routine, zijn we binnen een dag al afgeschakeld. Heerlijk!
Terwijl we aan een bergwandeling beginnen, bedenk ik hoe de wandeling als metafoor zou kunnen dienen om naar mijn carrière te kijken. Loop je mee?
Onderaan de berg, verwachtingsvol turend naar de top, begin ik vol vertrouwen aan mijn reis. Ongeduldig en vol energie. Weinig bepakking en helemaal alleen. Ik ben compleet gefocust door de top. Daar wil ik mijn vlag planten. Ik heb een stevig tempo op de steile paden. Ik kies de kortste weg, die zal me immers het snelste naar de top brengen. Soms zijn de paden gevaarlijk. Moet ik over bomen klimmen die het pad blokkeren. Geïrriteerd vanwege het tijdsverlies loop ik een stuk van het parcours sneller om de verloren tijd in te halen. Niet altijd weet ik waar ik ben. Mijn doel is de top en die houd ik angstvallig in de gaten. Ik laat me niet belemmeren door noodweer en door besneeuwde paden. Ik haal mensen in die veel langzamer lopen, maak daar soms een praatje mee maar steeds vervolg ik mijn reis weer alleen. Een stuk is beangstigend. Ik bevind me op een pad dat is afgesloten en na een halve dag wandelen, zie ik waarom. Het is hier erg gevaarlijk. Hoge sneeuwwanden belemmeren de weg en steile afgronden doen mijn hart wild bonken. Ik blijk enorme hoogtevrees te hebben… “Hoe is het mogelijk dat ik zo gefocust ben op de top?”, bedenk ik me. Op een gegeven moment slaat de angst toe, ik durf niet verder uit angst om op het besneeuwde stuk uit te glijden en een paar honderd meter lager in het ijskoude water te belanden. Beschaamd voor mijn angst keer ik terug, beseffend dat ik veel tijd verloren heb maar met een omweg en flink tijdsverlies behaal ik dan eindelijk de top. Er staat een groot kruis met de aanduiding “2.478 meter”. Het is er koud en eenzaam. Terwijl ik mijn rugzak uitpak om de vlag te pakken, stuit ik tot mijn verbazing op een stuk rots in mijn bepakking. “Wat doet die in mijn rugzak? Waarom heb ik die rots de hele weg mee omhoog gezeuld?”.
Met de vlag in mijn hand, strijk ik neer op een rots, kijk om me heen en bedenk me hoe ik hier ben gekomen. Een intens verdriet overmant me. Ik weet eigenlijk niet zo goed hoe ik hier gekomen ben… Alleen dat ene stuk met ijs dat me zo belemmerd heeft en waar ik zo bang was, kan ik me goed herinneren. Geen fijne herinnering overigens! Maar dat ik in mijn bepakking ook onnodige balast meetorste, is wel heel onnozel. Terwijl ik daar zit besef ik me dat ik de top bereikt heb, maar ten koste waarvan? Oké, ik ben een doorzetter. Ik heb bereikt wat ik graag wilde bereiken. Maar ik heb er niet van genoten. Het was een eenzame en zware reis op paden die volstrekt onbegaanbaar waren. Achteraf gevaarlijk… Ik ben onvoorbereid en met oogkleppen op aan mijn expeditie begonnen. Ik was zo gefocust op mijn doel dat de weg ernaartoe slechts een middel was.
Ik heb ontdekt dat als je eenmaal een grote berg over bent, er altijd nog veel meer bergen te overwinnen zijn. (Nelson Mandela)
Geleerd van deze ruwe ervaring, besluit ik het anders te gaan doen. Ik bepaal een nieuwe top om te bereiken. Maar deze keer bereid ik me goed voor. De juiste bepakking, goede bergschoenen, stokken om te lopen en een kaart die me het juiste pad wijst in plaats van het snelste pad. Ik sluit me aan bij een groepje dat zich onder aan de berg klaar maakt voor dezelfde top. Ik voel me een beetje onwennig terwijl een blij gevoel me overspoeld. We lopen samen op een rustig tempo naar boven. Het is gezellig, we helpen elkaar en regelmatig pauzeren we om te genieten van een schitterend uitzicht, een torretje dat over de grond kruipt of een bergmarmot die een waarschuwingssignaal fluit. We bewonderen de prachtige kleuren en geuren van de bloemen die overal uit de grond schieten. De zon kleurt onze huid mooi bruin. En de zoete geur van de dennen zorgen dat ik me op en top gelukkig voel. Ik geniet… van de natuur, van de reis en van de anderen met wie ik samen de wandeling maak. Halverwege de berg betreur ik het moment dat we de top zullen bereiken. De reis is zoveel mooier… wat een geluk dat ik dit mag meemaken. Ook op deze berg zijn er gevaarlijke en onbegaanbare stukken. Op die momenten pauzeren we en overleggen we. Hoe kunnen we dit stuk op een “veilige” manier bedwingen? Samen blijkt dat altijd te lukken. We zijn creatief, helpen elkaar en hebben enorm veel plezier. We worden ingehaald door een ongeduldige snelle wandelaar die geen oog heeft voor zijn omgeving. Glimlachend kijk ik deze persoon na. Ik weet dat het geen zin heeft om hem te vragen bij ons aan te sluiten.
Na een stevige klim maant de voorste wandelaar ons te stoppen en fluistert “kijk” terwijl hij zijn vinger naar een rots-top wijst. Er zit een enorme adelaar in het nest, die bezig om haar jongen één voor één uit het nest te gooien. Ademloos kijken we toe. Hoe kan een moederadelaar zo wreed zijn om haar jongen vroegtijdig het nest uit te zetten? Vol angst zien we een jong schreeuwend naar beneden vallen, zijn noodlot tegemoet gaand. Totdat het jong onhandig zijn vleugels uitslaat en slechts een paar meter boven de grond de lucht in zweeft. Wow, dat was heftig!
En zo zit onze reis naar de top vol met kleine momenten die we vol bewondering in ons opnemen. Dankbaar komen we aan op de top. Op deze manier wil ik nog veel meer bergwandelingen maken. Vol vertrouwen maak ik plannen voor een nieuwe berg… Nog onwetend wanneer en met wie…
Waar sta jij op de berg? Kun jij genieten van de weg naar boven?
N-Mrii
Foto’s gemaakt door Amanda van der Lugt
Ik mis de liefdevolle Helmut en Amanda die je mede naar deze top tillen